
Wekelijks kreeg ik Psycho Motorische Therapie (PMT). In eerste instantie vond ik de opdrachten helemaal niets. Waar mijn mede cursisten enthousiast werden bij de term chinees worstelen, werd ik er een beetje ongemakkelijk van. Moet ik dan gaan worstelen met iemand? Gaan we dan rollen over de grond? Ik was er overigens totaal niet op gekleed. Stond ik daar in mijn colbertje op m’n hakken, dit wordt niets.
Je moest een partner kiezen en tegenover elkaar gaan staan met je handen op de handen van je partner op schouder hoogte. Als je stevig stond kon het spel beginnen. Het was de bedoeling dat je je tegenstander aan het wankelen zou brengen en bij een misstap van de tegenstander had je een punt. Ik stond tegenover een man van ongeveer 2 meter. Ik dacht meteen dit is niet eerlijk en ging vol gas in de aanval. Ik duwde met mijn handen tegen de zijne en ging simpelweg vooroverhangen. Uiteindelijk zorgde de tegendruk ervoor dat ik wankelde. Meteen opnieuw proberen en weer gingen we beide vol in de aanval.
Toen wisselden we van partner en kwam ik tegenover een dame te staan. Ik ging weer vol in de aanval, maar deze dame verdedigde enkel. Ze duwde niet terug maar trok zelfs haar handen naar achter waardoor ik naar voor kukelde. Keer op keer gebeurde het zelfde. Nu zal je denken wat is hier nou het nut van? Ik kwam er op een aparte manier achter dat mijn tactiek altijd aanvallen is. Als mijn fanatieke kant aangewakkerd is, dan wacht ik niet af, ik kijk niet wat mijn tegenstander doet, ik heb zelfs geen idee welke gevolgen mijn acties zullen hebben.
Dit is iets dat ik het dagelijks leven ook doe. Als iemand mij iets vraagt, zeg ik meteen ja. Zonder na te denken of ik al iets op de planning heb, zonder te kijken of ik hier genoeg energie voor heb en bovenal zonder te kijken of ik er zelf wel zin in heb. Ook als mijn vriendinnen om hulp vragen, reageer ik vol fanatisme. Als ze een probleem hebben, som ik alle mogelijke oplossingen op. Ik bedenk de beste berichten waarmee zij zich kunnen verweren tegen de persoon met wie zij in conflict liggen. Het is eigenlijk een soort wegloop gedrag van mijn eigen gedachten. Ik ben blijkbaar goed in conflicten en nog beter in het aanvallen van de andere partij op een verbale manier. Maar na deze worstel oefening ontdekte ik dat aanval niet altijd de beste verdediging is. Soms hoef je niet te verdedigen, soms hoef je niet aan te vallen om je punt duidelijk te maken. Soms mag je gewoon je handen er vanaf trekken en rustig afwachten wat je tegenstander doet. Misschien blijkt er dan wel helemaal geen conflict te zijn, misschien willen zij jou ook niet aanvallen. Misschien ontstaat er gewoon een samenwerking in plaats van een gevecht. Wat een mens wel niet kan leren van chinees worstelen…
Maak jouw eigen website met JouwWeb